Haptonomie

Het woord haptonomie is van oorsprong een samenvoeging van de Griekse woorden ‘hapsis’ en ‘nomos’.

Samengevat: de wetten van het gevoelsleven. 

Een mens is een voelend wezen.

Stel je eens voor dat je in de trein zit. Je luistert naar en voelt de cadans van het voortbewegen van de trein en tuurt naar het voorbijschietende landschap door het raam. Bij het volgende station komt er iemand vlak naast je zitten. Alle reacties daarop, die je met en in je lijf ervaart is voor mij een voorbeeld van haptonomie.
Voel je de neiging om op te staan en weg te lopen of in elkaar te duiken? (sluiten) Of voelt het oké, draai je naar diegene toe en maak je een praatje? (openen) Wat zegt je gevoel? En luister je er naar?

Via ons lichaam voelen we wat de buitenwereld ons doet en kunnen we naar buiten brengen wat we innerlijk voelen. Voordat het verstand kan reageren is er in je lichaam, via de tast, al een reactie. Dit gaat dus vooraf aan het denken. 

Van nature zijn we geneigd te bewegen naar wat goed voor ons is. Van alles wat niet goed voor ons is, trekken we ons terug. De haptonomie maakt mensen bewust van hun natuurlijke vermogen tot meer openen waar mogelijk, en tot meer sluiten waar nodig.

Haptonomie gaat over contact maken met ons gevoel. Ons gevoel vertelt ons hoe het met ons is. We kunnen verschillende dingen voelen, zoals vermoeidheid, honger, spierpijn, maar ook blijdschap, verdriet en angst.

Hiervoor gebruiken we ons voelende vermogen. De tast, het zintuig dat het eerste ontwikkelt, kan gevoelsprikkels en verbondenheid waarnemen. De tastzin registreert niet alleen, maar kent ook een waardering toe en geeft richting. Herkennen en erkennen van deze waarnemingen leert je omgaan met je eigen emoties en die van de ander. De manier waarop je reageert op je eigen gevoelens en die van anderen, maakt je authentiek. Het eigene dat iemand laat zien in o.a. lichaamshouding, beweging, gebaren en mimiek noemen we haptomimiek.

Als mens zijn we niet geboren om alleen te zijn, maar hebben we behoeften aan contact. Con-tact betekent letterlijk samen-voelen. Je hebt elkaar nodig om tot een zelfstandig, authentiek en verantwoordelijk persoon te ontwikkelen en die te blijven. Ook kunnen we de omgeving voelen, zoals wanneer je een nieuwe ruimte binnenkomt. Het binnenstappen van een donkere kelder doet iets ander met je, dan een wandeling door het bos. Je verbinden met het leven om je heen geeft je bestaansrecht.

Al voelend verbind je je met jezelf, met anderen en met de wereld om je heen.

De essentie van haptotherapie

Goed contact draagt bij aan een zinvol leven. Door omstandigheden kan contact met jezelf, de ander en/of de omgeving stagneren. Je voelende vermogens zijn naar de achtergrond geraakt en je ervaart ongemak.

Met behulp van haptotherapeutische begeleiding, de therapievorm die gebaseerd is op de haptonomie, worden de voelende vermogens weer in beweging gebracht. De haptotherapeut laat je letterlijk aan den lijve voelen hoe je reageert en onderzoekt samen met jou wat dit betekent, met als doel je weer bewust te worden van je eigen behoeften en verlangens.

Een bewoond lichaam

Het eerste onderzoek bij haptotherapie gaat over hoe iemand contact maakt met zichzelf. Het start met lichamelijk voelen, zoals het raakvlak van je lijf met de stoel voelen. Kan je contact maken met je eigen lijf?

In de haptotherapie gebruiken we de metafoor “je lichaam als huis”. Je benen zijn het fundament, de kelder, bekken-buikgebied is de begane grond, borst-schouders zijn de 1e verdieping en je hoofd is de zolder. Als jouw lichaam jouw huis is, hoe voelt dat huis voor jou? Bewoon je alle kamers?

In de haptotherapie wordt vaak de metafoor “je lichaam als huis” aangehaald. Je benen zijn het fundament, de kelder, bekken-buikgebied is de begane grond, borst-schouders zijn de 1e verdieping en je hoofd is de zolder. Als jouw lichaam jouw huis is, hoe voelt dat huis voor jou? Bewoon je alle kamers?

Je kunt met deze metafoor alle kanten op, en het kan veelzeggend zijn om woorden te geven aan hoe je je voelt in je lijf. Hoe je je lijf bewoont.

Om de mogelijk onbewoonde delen van je lichaam te ontdekken en weer te gaan voelen, bestaat de haptotherapie uit gesprekken, op de ervaring gerichte oefeningen en aanrakingen op de behandelbank. Je gaat aandacht geven aan de achtergrondsignalen van de tast. Kun je luisteren naar het gefluister van je lijf zodat het niet hoeft te schreeuwen?

Het vermogen ontwikkelen om de prikkels en sensaties die ons lichaam ons stuurt waar te nemen, heet interoceptie. Deze prikkels en sensaties herkennen en er weet van krijgen, zorgt ervoor dat je (weer) de keus krijgt om de deur te openen voor dat wat goed voor je is. Of de deur bewust dicht te houden en afstand te nemen.

Nadat iemand herhaaldelijk heeft mogen ervaren dat je naar binnen kan voelen door hulp van de therapeut, is het van belang het zelf te leren doen. Als je je fijn en veilig voelt in je huis, kun je met een gerust hart in contact gaan met een ander en de wereld om je heen, omdat je weet dat je altijd weer terug kunt naar je veilige huis. Je staat stevig in je fundament, je eigen basis, en kunt jezelf en je emoties te dragen.

Emoties

Als je in het therapieproces meer van je lijf gaat waarnemen, kunnen er ook meer innerlijke gevoelens naar de voorgrond komen. Welke emoties zijn voelbaar en hoe voelt dat?

De kernemoties bang, blij, boos en bedroefd zijn onmogelijk te voelen zonder dat het lichaam meedoet.

Deze emoties worden snel en automatisch uitgelokt door een impuls, buiten ons bewustzijn om, wat leidt tot emotioneel gedrag. Het vraagt een vaardigheid om ons bewustzijn erbij te betrekken. Het gaat niet over het onderdrukken en wegstoppen van je emoties, ze zijn belangenbehartigers en ze hebben je iets te vertellen.

Emoties komen en gaan. Het leren herkennen van kernemoties en er woorden aan geven, helpt in het uiten van wat er binnenin je gebeurt.

Binnen de veilige relatie met de haptotherapeut worden je emoties geëxploreerd, bevestigd en geuit. Je mogelijke pijn tegemoet getreden, doorvoelt en verwerkt. Het gaat om het creëren van een reactie die passend is, voor jezelf en vaak ook rekening houdend met de ander. En je innerlijke gevoelens leren inzetten als kompas.

Een belangrijk aspect van haptotherapeutische begeleiding is de affectieve bevestiging. Een bevestigende aanraking is een voelbaar contact vanuit oprechte betrokkenheid en aandacht. In de affectieve bevestiging wordt je bevestigd als mens, het belang van je aanwezigheid om wie je bent, los van wat je doet en welke emoties aanwezig zijn.

Openen en sluiten

Van nature zijn we geneigd te bewegen naar wat goed voor ons is (= openen). Voor alles wat niet goed voor ons is, trekken we ons terug (= sluiten). Je hebt een gevoel van lust of onlust, zeg je ja of nee, ga je ernaar toe of er vanaf, laat je het binnen of houd je het buiten. 

Openen en sluiten zijn bewegingen die zich aan ons voltrekken. Belangrijk is dat je weet hebt van die beweging in jezelf. De bereidheid tot openen kun je ontwikkelen en dit is belangrijk omdat openheid een voorwaarde is voor contact.

Door het opmerken van het proces van openen en sluiten worden bijvoorbeeld je grenzen voelbaar. Het teveel of te weinig vervullen van eigen behoeften, betekent dat je een grens passeert of dat je anderen over je grens laat gaan. 

Bij alles wat je iedere dag tegenkomt, kun je de beweging van openen en sluiten in jezelf waarnemen. Het opmerken is belangrijk zodat je goed voor jezelf kunt zorgen. Herken je de eerste signalen oftewel je zachte grenzen, of reageer je pas als je een harde grens bereikt hebt? Je loopt bijvoorbeeld al drie dagen met lichte hoofdpijn (zachte grens) omdat je project echt af moet. De vierde dag kom je je bed niet meer uit (harde grens).


Het haptonomische drieluik: samen-voelen

Het model is ontwikkelt door Frans Veldman, de grondlegger van de haptotherapie, we gebruiken het model om concreet waar te nemen wat er gevoelsmatig gebeurt in contact met en tussen mensen. Zowel fysiek als in de beleving. Het model bestaat uit drie delen: ik, de ander en de wisselwerking tussen die twee. Deze drie delen komen in de therapie steeds terug, zowel in het gesprek, de aanraking, als in de oefening.

Het begint bij het eerste deel: ben je bewust en durf jij te voelen wat je voelt, te staan voor wat je wilt en wat je denkt, en dat te laten zien?

Het tweede deel gaat over de invloed van de ander/de omgeving op jou en wat dat voelbaar teweegbrengt jouw lijf. In hoeverre sta je open voor de ander en ben je je daar bewust van?

In het derde deel is sprake van wederkerigheid. Waar twee mensen zich aan elkaar meedelen, zich laten voelen, uitreiken naar elkaar, ontstaat een ontmoeting, waarbij 1 + 1 meer is dan 2.

Hechting

Hechting is het verlangen, de behoefte van een mens, beginnend bij het jonge kind, om de nabijheid te zoeken van een of meerdere specifieke personen. Dis is de emotionele, affectieve en duurzame band tussen ouder en kind, die van waarde is voor de emotionele ontwikkeling van een kind, uitgroeiend tot volwassenen.

In een veilige hechtingsrelatie ontwikkelt het kind vertrouwen in zichzelf en in de ander. Basiszekerheid. Het ontwikkelt een gevoel van verbondenheid. Op grond van die veilige verbondenheid gaat het kind op verkenning uit. Het leert zo hoe de wereld in elkaar steekt en kan zichzelf definiëren, waardoor het een identiteit kan ontwikkelen.

In een onveilige hechtingsrelatie probeert het kind te overleven. De emotionele ontwikkeling komt in het teken testaan van zelfbescherming, waardoor het gevoelsleven verstoord of afgevlakt wordt. Ook zal het kind zijn exploratief gedrag remmen of stopzetten en angst ontwikkelen. Dit staat de ontwikkeling van een eigen ‘ik’, een eigen individualiteit, in de weg.

De ouder/verzorger speelt een essentiële rol in de hechting tussen ouder en kind. Het adequaat reageren op de gevoelens van het kind (en van zichzelf) en het kind accepteren zoals het is, versterken de band. O.a. afwijzing, inconsequentie, te bezorgd en het vermijden van emoties heeft negatieve invloed op de hechting. Door gebrek of tekort aan affectieve bevestiging stagneert de ontwikkeling.

John Bowlby, de grondlegger van de hechtingstheorie, onderscheidt vier types hechting bij kinderen:

  1. veilig
  2. angstig vermijdend
  3. angstig ambivalent
  4. gedesorganiseerd gehecht

Elk type heeft verschillende gedragskenmerken. De aangeleerde hechtingspatronen als kind kunnen als volwassen onbewust in stand zijn gehouden, terwijl ze niet meer helpend of noodzakelijk zijn. Deze patronen (ook wel blauwdruk genoemd) worden zichtbaar gemaakt, zodat er in de haptotherapie aan gewerkt kan worden om het in het nu anders te gaan doen.